6418 Elke onderneming behoort van rechtswege tot de groepen op welker gebied zij zich beweegt. De hoofdgroep bankwezen is onderverdeeld in 5 be drijfsgroepen, zulks bij Beschikking van de Organisa tie-Commissie d.d. 13 November 1941 (Ned. Staatscou rant no. 223). Deze bedrijfsgroepen van de hoofdgroep bankwezen zijn de volgende: 1. Bedrijfsgroep Handelsbanken. 2. Bedrijfsgroep Spaarbanken. 3. Bedrijfsgroep Hypotheekbanken. 4. Bedrijfsgroep Landbouwkredietbanken. 5. Bedrijfsgroep Effectenhandel. Daar de boerenleenbanken zoowel landbouwkrediet- banken als spaarbanken zijn, behooren de boerenleen banken tot beide bedrijfsgroepen. De Centrale Bank behoort bovendien tot de bedrijfsgroep: Effectenhan del, daar zij van oudsher commissionair in effecten is. De verantwoordelijke leiding eener bedrijfsgroep be rust bij den voorzitter, die bij de uitoefening van zijn bevoegdheden door twee plaatsvervangende voorzitters wordt bijgestaan. De voorzitter en zijn plaatsvervangers vormen tesamen het dagelijksch bestuur. Zij worden als regel aangewezen uit personen, die op het betrok ken gebied van het bedrijfsleven een leidende positie bekleeden (art. 4 Derde Uitvoeringsbesluit). Voor elke bedrijfsorganisatie wordt een raad van bijstand inge steld, die belast is met de controle op het beheer van de geldmiddelen, de rekening en verantwoording en de voor de décharge vereischte bewijsstukken. De raad van bijstand moet bij belangrijke maatregelen gehoord worden. Over de concrete organisatie en werkwijze van de bedrijfsgroepen Landbouwkredietbanken en Spaarban ken, waartoe onze boerenleenbanken behooren, valt in dit stadium nog niets definitiefs te zeggen. De dage- lijksche besturen zijn als volgt samengesteld: Bedrijfsgroep: Landbouwkredietbanken: Voorzitter: Dr. G. W. M. Eluysmans, Dir. Coöp. Cen trale Boerenleenbank, Eindhoven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1942 | | pagina 2