6398 door de bank de bevoegdheid krijgt hem, desge- wenscht met voorbijgaan van den oorspronkelijken voorschotnemer, rechtstreeks tot betaling aan te spreken, zonder dat de bank nochtans haar rechten op den oorspronkelijken voorschotnemer zélf ver liest. Zoodoende kan tevens worden voorkomen, dat de oorspronkelijke voorschotnemer door wanbeta ling van den nieuwen eigenaar wordt gedupeerd vóórdat laatstgenoemde zélf is uitgewonnen. Naast de billijkheidsoverweging is er nog een an dere grond voor zulk een aanvullende borgstelling. Mocht de waarde van het onderpand onvoldoende blijken om de geheele schuld te verhalen, dan kan het tekort op de overige bezittingen van den schul denaar worden verhaald. Nu komt het bij den in dit artikel bedoelden eigendomsovergang wel eens voor, dat de oorspronkelijke debiteur zelf geen be zittingen overhoudt b.v. door het bedingen van kost en inwoning voor de niet betaalde koopsom. Hij wordt dan als debiteur voor de boerenleenbank waardeloos. Heeft echter de nieuwe eigenaar zich als borg verbonden, dan kan hij voor het eventueele tekort worden aangesproken, zoodat de bank in dien hij tenminste voldoende gegoed is in een dergelijk geval toch geen schade behoeft te lijden. Vanzelfsprekend moet de nieuwe eigenaar ook lid worden van de boerenleenbank. Komt hij b.v. we gens het wonen buiten den kring niet voor het lid maatschap in aanmerking, dan kan het wenschelijk zijn de leening in haar geheel te laten aflossen. Het feit, dat de boerenleenbank de hierboven onder a., b. en c. vermelde formaliteiten laat vervullen en zich als het ware bij den eigendomsovergang neerlegt betee- kent geenszins, dat zij daarmede instemt. Noch minder beteekent het, dat de bank met de vervanging van den oorspronkelijken hypothecairen schuldenaar door een nieuwen accoord gaat. Het is en blijft steeds zeer ge vaarlijk met een vervanging van debiteur in te stemmen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 6