6397 nieuwen eigenaar zelf moeten uitbetalen in plaats van ze aan de bank ter hand te stellen. Dat de boe renleenbank hierdoor gedupeerd zou kunnen wor den, vooral wanneer de waarde van het gebouwde een belangrijk deel der waarde van het onderpand uitmaakt, behoeft geen nader betoog. Om dit te voorkomen, zal de nieuwe eigenaar zijn recht op de assurantiepenningen aan de boerenleenbank moeten verpanden tot meerdere zekerheid naast de bestaande hypotheek. De bank blijft er op deze wijze ook in de toekomst van verzekerd, dat haar bij een eventueele brandschade de schadevergoe ding niet ontgaat. Naast den eisch van een verzekering ten name van den nieuwen eigenaar en dien van verpanding van het recht van den nieuwen eigenaar op de assuran tiepenningen zal de boerenleenbank meestal bij eigendomsovergang van hypothecair verbonden on roerend goed ook nog den eisch moeten stellen, dat de nieuwe eigenaar of eigenaren zich voor de rich- tige nakoming van de verplichtingen van den oor spronkelijken hypothecairen schuldenaar garant stellen. Vooral is het wenschelijk, dat ingeval van overlijden van den oorspronkelijken schuldenaar de erfgenamen of althans diegenen hunner, die het bedrijf voortzetten, zulk een garantie op zich nemen. Weliswaar is de verandering van eigenaar in zoo verre een interne aangelegenheid, dat de boeren leenbank als hypotheekhoudster er bij voldoening aan de onder a. en b. genoemde voorwaarden niet spoedig nadeel van kan ondervinden, aangezien voor haar de oorspronkelijke debiteur gehandhaafd blijft; doch er kunnen zich steeds formeele moeilijkheden en onbillijkheden voordoen. Men denke slechts aan het geval dat de erfgenamen verspreid wonen, dat de nieuwe eigenaar het bedrijf verwaarloost e.d. Het is dan ook noodig en billijk, dat de nieuwe eigenaar zich als borg jegens de boerenleenbank verbindt voor den oorspronkelijken voorschotnemer, waar-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 5