0402 1002.50 6.44 3.82 1.25 1014.01 Deze nota moet de kassier in zijn dagboek als volgt boeken: 1014.01 in de kolommen 5 en 8 ten name der Cen trale Bank (In grootboek III in het credit der rekening van de C. C. B.). 1014.01 in kolom 10. 1000.in kolom 13 (debet op de Effecten-rekening in grootboek III). 14.01 in kolom 14. Het bedrag, hetwelk de bank voor de obligatie méér moet betalen dan 1000.(in het bovengenoemde ge val dus 2.50) boekt de kassier direct als verlies af. Immers bij eventueele uitloting krijgt de bank nooit meer dan 1000.bovendien moeten de effecten bo ven pari aangekocht tegen pari-koers in de boeken wor den opgenomen. De hoogere koers kan de bank dus niet terugontvangen, tenzij zij het stuk later zou ver- koopen. In dit laatste geval kan de bank de meerdere opbrengst als winst boeken, terwijl zij nu het meerdere als verlies neemt. Genoemd bedrag van 2.50 (aankoop boven pari) komt ten laste van de Verlies- en Winstrekening van het loopend boekjaar en moet niet verantwoord wor den op een bestaande rekening „Effecten-koersverschil len". Koopt een bank obligaties beneden pari, dus beneden 100%, dan boekt de kassier eveneens: in kolom 5-8 van zijn dagboek het totale bedrag der nota; in kolom 10 het totale bedrag der nota; in kolom 13 het bedrag der nota zonder de bijkomende la 1000.4% Nederland 1941 a 100)4 aan loopende rente aan provisie aan zegel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 10