6392
Rijkspostspaarbank.
In bedoelde opdracht is het woord „boekje" veranderd in „reke
ning", zoodat die opdracht luidt:
do19..
Aan de Boerenleenbank te
„Ondergeteekende verzoekt U hierbij om alle bedragen, welke bij
„U te zijnen gunste worden gestort of overgeschreven, op zijn loopen-
de rekening resp. spaarrekening bij te schrijven".
„Hoogachtend,
Aan het jaarverslag der Rijkspostspaarbank over 1940 ontleenen
wij het volgende:
Hadden reeds de internationale onrust en de in September uitge
broken oorlog hun stempel gedrukt op het verloop der cijfers van
inleg en terugbetaling van het verslagjaar 1939, ook de eerste vier
maanden van 1940 geven deze handelingen duidelijk blijk van de
wisselende stemmingen bij de inleggers; met het betrekken van ons
land in den oorlog treedt bij dezen een complex motieven op, dat
over de resteerende acht maanden een tot dusverre ongekend nadee-
lig saldo van inleg en terugbetaling veroorzaakt. De voordeelige
saldi van Januari en Februari en de nadeelige van Maart en April
heffen elkaar behoudens een gering verschil van ruim 2J/2 ton op;
het nadeelig jaarsaldo van 169.4 millioen komt dus bijna geheel
voor rekening van die laatste acht maanden.
Hieronder volgen eenige cijfers (in mill. guldens):
1940 1939
Inleg 130.8 213.2
Terugbetaling 300.2 238.8
Méér terugbetaald dan ingelegd 169.4 25.6
De op het einde des jaars bij de Rijkspostspaarbank geplaatste
spaargelden bedroegen per provincie als volgt (in millioenen gul
dens)
1940 1939
Noord-Brabant 72.5 93.6
Gelderland 48.8 60.8
Zuid-Holland f 124.7 163.8
Noord-Holland 110.3 148.2
Zeeland 27.2 32.6
Utrecht 31.4 41.9
Friesland 15.5 19.8
Overijssel 31.3 40.8
Groningen 17.8 22.7
Drenthe 6.3 8.1
Limburg 30.0 37.9
Nederland 515.8 670.2
N° 1S51