6364 der boerenleenbank tot regelmatige aflossing, de voor zichtigheid van de banlcbestuurders-dorpsgcnooten, hun inzicht in de mogelijkheden en moeilijkheden van het agrarisch bedrijf dit alles heeft het maatschap pelijk effect verhoogd en de sociale onafhankelijkheid van den boer en tuinder bevorderd. Daarnaast heeft het landbouwcrediet zijn taak als spaarinstelling steeds op ongerepte wijze vervuld en andermaal tienduizen den ten plattelande hebben nu reeds gedurende een paar generaties het populaire gezegde bevestigd, dat de boerenleenbank de brandkast is van het platteland. Ook in het betalingsverkeer vervullen de boerenleen banken zeer ten gerieve van de agrarische producenten een zeer belangrijke taak, die nog wordt vergroot door het feit, dat de verschillende overheidsinstanties bij het verrichten van uitbetalingen van dit apparaat gebruik maken. Naast de geldvoorziening van de individueele land en tuinbouwbedrijven behoort de verzorging van de bankzaken voor de economische instellingen van de land- en tuinbouwers tot de bijzondere taak van het landbouwcrediet. Wij denken hierbij aan de op onder- lingen of coöperatieven grondslag werkende aan- en verkoopvereenigingen, maalderijen, zuivelfabrieken, veilingen, assurantieinstellingen, stierhouderijen, dorsch- inrichtingen enz. enz. Honderden van dergelijke inrich tingen met locale of regionale werkingssfeer staan met de locale boerenleenbanken in relatie, terwijl de groo- tere en centrale instellingen indirect of direct door de Centrale Banken worden gefinancierd en bediend. Van de oprichting der beide Zuivelbanken te Leeuwarden en te Alkmaar, van de Coöp. Grondkapitaalbank te Utrecht en de Mederlandsche Landbouwbank te Am sterdam maakten wij reeds melding. Wij merkten in paragraaf 2 reeds op, dat de voor ziening van den land- en tuinbouw met langloopend grondcrediet niet tot de primaire doelstelling van de boerenleenbanken behoort, daar deze vóór alles de ver zorging met bedrijfscrediet (vast en vlottend) beoogen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 8