6362
boerenleenbanken, aangesloten bij een Centrale Bank,
ontwikkelde zich in na te noemen jaren als volgt:
1900 67
1910 599
1920 1148
1930 1285
1940 1297
Indien wij in aanmerking nemen, dat ons land 1054
gemeenten telt, dan blijkt uit deze cijfers dat een vol
doende gedecentraliseerd landelijk credietapparaat aan
wezig is. De aangesloten boerenleenbanken zijn als
volgt over de provincies verdeeld (de tusschen haakjes
geplaatste cijfers geven het aantal gemeenten aan):
Volgens de Spaarbank-Statistiek beschikten 1315
boerenleenbanken per einde 1939 over ca. 500 mil-
lioen aan creditgelden, terwijl een bedrag van ca.
330 millioen aan debiteuren uitstond.
Het is van belang de inlagen der Rijkspostspaarbank
en der Bijzondere Spaarbanken te vergelijken met de
als spaargeld bij de boerenleenbanken gedeponeerde
bedragen. De volgende cijfers zijn ontleend aan de pu-
plicaties van het Centraal Bureau voor de Statistiek;
de bedragen zijn afgerond in milliocnen guldens.
Limburg
Gelderland
Noord-Brabant
Noord-Holland
Zuid-Holland
Friesland
Overijssel
Groningen
Zeeland
Drenthe
Utrecht
203 (121)
176 (112)
174 (152)
147 (126)
145 (179)
110 42)
93 54)
70 57)
69 (106)
63 34)
47 71)
Nederland
1297 (1054)