6348
leeren waardeeren, dat bij deze mannen het heil van
den naaste hen zeer ter harte gaat en hebben ervaren,
dat fijngevoelige zielen met breeden blik verborgen
waren onder een kleed van plompen snit en materia
listische kleur. Het is deze eigenaardige verrassende
combinatie van eigenschappen, dit tegelijkertijd idea
listische en nuchter zakelijke, dit godsdienstige en tege
lijkertijd zeer stoffelijke, dat het zoo prachtige slagen
heeft mogelijk gemaakt van een waardevolle instelling
als het Landbouwcredietwezen. Het is geen senicure
een goed bestuurslid te zijn van een boerenleenbank.
Een goed bestuurder moet doodnuchter, streng zake
lijk zijn en zeer grondige kennis hebben van het land
bouwbedrijf in het algemeen, maar ook van zijn eigen
bedrijf en van dat van zijn buren; aan groote men-
schenkennis mag het hem niet ontbreken en zonder
veel gevoel voor humor is de critiek, die hem ten deel
valt, zeker niet te dragen. Wanneer men dan bedenkt,
dat voor het vele werk geen vergoeding gegeven wordt,
is het duidelijk, dat een dergelijk baantje niet aanvaard
wordt, waar liefde tot den naaste ontbreekt".
„Al de dorpsorganisaties op economisch, sociaal cn
cultureel terrein vinden hun leiders in het boerenvolk.
Het moge dan al zijn, dat predikant of pastoor, onder
wijzer of notaris soms mede in een of meer besturen
zitting hebben, wie dit organisatieleven van nabij kent,
weet, dat de eigenlijke leiding berust bij het boeren
volk zelf".
Tenslotte betoogt Ir. Smits, dat het voor de bezet
ting van bestuursplaatsen in de grootere organisaties
van den boerenstand noodig is, dat er een voldoende
aantal vooraanstaande boeren ter beschikking zijn „met
ruimere ontwikkeling, die weten wat buiten hun eigen
omgeving en buiten hun eigen beroep in de wereld te
koop is en die zoo noodig het roer grijpen
De ontwikkelde boer, die breed van blik is, heeft
ook een sterk gevoel voor hoogere waarden, hij is in
staat om niet alleen zijn materieele belangen te bekij
ken, maar ook om op geestelijk gebied het kaf van het