6347
Dc Landbouw in de Nederlandsche Gemeenschap.
Onlangs is onder bovenstaande titel een boekje van
bijna 100 bladzijden verschenen van de hand van Ir.
M. B. Smits, Rijkslandbouwconsulent.Dit boekje is
zeer lezenswaardig, vooral het eerste hoofdstuk getiteld
„De Nederlandsche boerenstand" trekt de aandacht,
wanneer de twee groote karaktertrekken van onzen
boerenstand: de vasthoudendheid aan het historisch
gewordene en de ontembare zin voor vrijheid worden
beschreven.
Het ligt niet in de lijn van onze „Mededeelingen" om
boekbesprekingen te geven, doch waar schrijver, zij het
terloops, toch op frappante wijze van de boerenleen
banken gewag maakt, is een kort citaat zeer zeker hier
op zijn plaats.
Na den nuchteren onafhankelijkheidszin en de vast
houdendheid aan de traditie als de twee kenmerkende
eigenschappen te hebben ontwikkeld, die de boer bij
de waarneming zijner bedrijfsbelangen en die zijner be
stuurstaak in coöperatie-, waterschaps- of polderbe
stuur zoo te stade komen, gaat Ir. Smits als volgt ver
der:
„Zijn de belangen, welke de boer in deze besturen te
behartigen krijgt, dus overwegend van materialen aard,
geheel anders staat de zaak wanneer hij zitting heeft
in kerkeraad of schoolbestuur. Hier gaat het om men-
schenkennis niet alleen, maar ook om oordeelsvorming
op het zoo moeilijke terrein der zedenleer en van den
godsdienst. Hier komt het veel meer aan op geloof en
karakter, op fijngevoeligheid en tact niet minder dan
op beslistheid en standvastigheid.Men behoeft het
in opvatting niet altijd eens te zijn, om waardeering
te hebben voor den grooten ernst, waarmee het ambt
wordt vervuld, waaraan geen enkel voordeel en veel
beslommeringen verbonden zijn. Men zal dan hebben
J) N.V. Paul Brand's Uitgeversbedrijf, Hilversum, 1941.