Gelukkig behoef ik dit jaar geen personen te herden ken, die door den dood aan haar leiding ontvielen, maar toch moet ik een woord van afscheid spreken. De heer A. J. Vijverberg uit Naaldwijk heeft den wensch te kennen gegeven om in verband met zijn leeftijd niet voor een herverkiezing tot lid van den Raad van Toe zicht der Centrale Bank in aanmerking te komen. Wij moeten dit besluit betreuren, doch kunnen het, gezien de aangevoerde gronden, anderzijds billijken en waar- deeren. Steeds zullen wij dankbaar blijven voor den steun en de medewerking, die onze Centrale Bank ge durende 20 jaren van den heer Vijverberg als lid van den Raad van Toezicht heeft ondervonden. De leden zoowel van Bestuur als van den Raad van Toezicht heb ben steeds op vriendschappelijke en vertrouwvolle wijze met hem samengewerkt; zij hopen dat het den heer Vij verberg gegeven zal zijn nog vele jaren in goede ge zondheid en welvaren van den bloei onzer Centrale Bank getuige te zijn. De gang van zaken bij onze Centrale Bank was in het afgeloopen boekjaar niet onbevredigend. Zooals in het jaarverslag is vermeld beliep het bedrag der beschik bare middelen van boerenleenbanken bij de Centrale Bank op 31 December 1940 75.405.007.26 tegen f 71.495.132.16 op 31 December van het voorafgaande jaar. De rentevoet op de geld- en kapitaalmarkt was niet ongunstig, doch wij konden niet ten volle van deze om standigheid profiteeren, daar de oorlogsgebeurtenissen van 1940 ons noodzaakten grootere bedragen als kas vrij te houden dan onder normale omstandigheden noo- dig ware geweest. Het bereikte financieele resultaat kan bevredigend worden genoemd, in aanmerking nemende, dat ten laste der verlies- en winstrekening een bedrag van ongeveer 140.000.aan winstbelasting is ge bracht, te weten over de beide jaren 1939 en 1940. Voor een coöperatief bedrijf als het onze, dat zijn rentetarie ven zoodanig vaststelt, dat met de belangen van de aan- 6334

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 6