Zulks is verklaarbaar indien men overweegt, dat door de onder de huidige omstandigheden nu eenmaal on vermijdelijke inkrimping van den rundvee-, varkens- en kippenstapel veel gelden vrijkomen, die thans niet opnieuw in de bedrijven kunnen worden aangewend. Alle binnenkomende aanvragen voor bedrijfskapitaal worden uiteraard nauwkeurig bekeken en, indien ver antwoord, toegestaan. Zorgvuldig wordt toegezien, dat de debiteuren niet te zwaar belast worden en dat de schuldenlast in overeenstemming is met de opbrengst mogelijkheden van het bedrijf. Het is niet uitgesloten te achten, dat de geleidelijke omzetting van pachtbedrij ven in eigen bedrijven op den duur eenige meerdere credietvraag tengevolge zal hebben. Dezelfde redenen, die tot inkrimping der uitleeningen leiden, hebben een stijging der toevertrouwde middelen tengevolge. De als spaargeld en in rekening-courant ge storte gelden vertoonen een geleidelijke toename, die uiteraard niet als een weeldeverschijnsel doch wèl als een symptoom van den tijd is te beschouwen. Het is de taak van de boerenleenbanken deze toevertrouwde gel den veilig en doelmatig te beheeren. Er is dus tijdelijk een relatieve uitbreiding van de werkzaamheden onzer boerenleenbanken als spaarban ken en een relatieve inkrimping van haar werkzaamhe den als voorschotbanken te verwachten. Maar dit neemt niet weg, dat de taak van onze organisatie in deze droe ve periode der geschiedenis van ons volk een zéér be langrijke is. Als spaarinstelling is de boerenleenbank wel eens de brandkast van het platteland genoemd. Nu onze boeren en tuinders reeds zooveel zorgen hebben om hun bedrijf op gang te houden en hun nationalen productieplicht na te komen, hebben de boerenleenbanken te zorgen, dat de gelden der dorpsgenooten veilig en goed belegd zijn, zoodat deze zich hierover niet behoeven te bekom meren. Hierbij moeten de boerenleenbanken haar werk zaamheden zóó inrichten, dat zij in steeds toenemende mate haar leden en rekeninghouders van dienst zijn. 6331

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 3