6338 standigheden waaronder wij leven. Onze organisatie heeft de stormen integendeel goed doorstaan. Ofschoon ook in het afgeloopen jaar meermalen uitstel van aflos sing moest worden toegestaan had de betaling der ver schuldigde renten en aflossingen over het algemeen een zeer bevredigend verloop. De krijgsverrichtingen hebben onze onderpanden in slechts zeer geringe mate geschaad. In geen enkel geval werd de dekking onzer hypotheken door oorlogsmolest in gevaar gebracht. Executie van onderpand had niet meer dan viermaal plaats en leverde zoo goed als geen schade voor onze vennootschap op. Na aanneming der voorgestelde winst- en verliesreke ning zal het reservefonds bedragen 230.245.80. Hiermede heb ik een summier overzicht gegeven van den toestand en de werkzaamheden onzer vennoot schap in het jaar 1940. Ik heb er niet veel aan toe te voegen. Het is thans meer dan ooit de tijd om kort te zijn. Uw reisgelegenheid, mijne heeren, laat immers geen lange vergadering toe. Wat ik tenslotte nog zeggen wilde is dit: wij beleven een belangrijken en veel bewogen tijd. Wat voorbij is ligt onherroepelijk achter ons. Niemand heeft het in zijn macht de raderen van den tijd terug te draaien. Het is daarom plicht het oog te richten op de toekomst en naar vermogen mede te werken aan den opbouw van een nieuwe en, voorzooveel als het kan, betere maat schappij. Zijn voltooiing zal dit werk zeker eerst kun nen krijgen wanneer de vrede zal zijn hersteld. Wij blij ven den Almachtigen God, die het lot der volkeren in de toekomst in de hand heeft, bidden om een spoedigen en rechtvaardigen vrede. Maar wij behoeven intusschen met werkeloos toe te zien. Door eensgezindheid en of fervaardigheid, door vastbesloten en vertrouwensvol vasthouden aan hetgeen onze Christelijke levensbe schouwing ons heeft doen kennen als fundament waar aan niet mag worden gewikt of getornd, door het leven dig houden der overtuiging, dat voor ons vaderland nog een toekomst is weggelegd die wij voor een groot deel

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 10