6302 Aan pandbrieven stond op 31 December 1940 uit een bedrag van 8.078.500, Het geplaatste aandeelenkapitaal, vermeerderd met de reserve, bedraagt rond 1.245.000,—, dat is ruim 15,4 /o van de verplichtingen der Boeren-Hypotheek- bank. Het bestaansrecht der boerenleenbanken. In het verleden hebben onze boerenleenbanken steeds een gewichtige sociaal-economische taak vervuld door de plattelandsbevolking in staat te stellen haar spaar penningen op veilige en rentegevende wijze te beleggen en door op verantwoordelijke wijze tegen redelijke con dities voorschotten en credieten te verstrekken ten voordeele van het land- en tuinbouwbedrijf. Een staat van dienst van meer dan 40 jaren kan worden over gelegd om het bestaansrecht van het georganiseerde landbouwcrediet, werkende op den grondslag van Raif- feisen, te bewijzen. Maar in een tijd, waarin oude, traditioneele instel lingen op velerlei gebied dreigen te worden vervangen door nieuwe organen; waarin oude methoden plaats maken voor meer moderne; waarin het geheele sociale en economische leven als doordrongen wordt door nieuwere geluiden, vraagt men zich onwillekeurig af, hoe het gesteld is met de eigen werkzaamheid. Het stemt dan bevredigend, indien men kan constateeren dat het boerenleenbankwezen volgens onaangevochten opvattingen nog steeds zijn oude plaats in de platte landsgemeenschap kan blijven innemen, doordat deze vorm van bankwezen sociaal en economisch volkomen past in de nieuwere vormen van maatschappelijke or ganisatie. De behoefte van de bevolking ten plattelande aan een eigen, veilige spaarinstelling, aan een eigen voldoende gedecentraliseerd, goedkoop en doelmatig werkend ap-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 6