6298 Een verschil dus van: 31 December 1940 76.513.005,37 31 December 1939 73.247.821,58 Toename3.265.183,79 Door de Centrale Boerenleenbank was aan de aan gesloten Boerenleenbanken als voorschot verstrekt: Op 31 December 1939 1.752.689,42 Op 31 December 1940 1.107.998,11 644.691,31 Einde 1940 was er dus: Meer ingelegd3.265.183.79 Minder aan voorschotten gegeven 644.691,31 In totaal een verschil van3.909.875,10 Het vorig jaar bedroeg de bedrijfswinst 267.011,93, terwijl deze over 1940 beliep 207.343,05. Voor de vorming van een crisisfonds voor aangesloten boerenleenbanken wordt wederom 10.000,uitge trokken. Voorgesteld wordt ten laste der Verlies- en Winstrekening een bedrag van 143.109,23 te storten in de Effectenreserve, waarna als netto-winst overblijft 51.163, 35 (vorig jaar 57.011,93). De post „Onkosten" in de Verlies-en Winstrekening is ongeveer 130.000,hooger dan over het jaar 1939, zulks voornamelijk omdat dit jaar hieronder het bedrag der winstbelasting over 1939 en der begroote winstbelas ting 1940 is begrepen. De Verlies- en Winstrekening der Centrale Bank geeft de volgende cijfers. Baten. Rente555.195,47 Provisie28.808,16 Winstaand. N.V. Boeren-Hypotheekbank 666,85 Totaal 584.670,48

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 2