6288 bedoeld, zulks in verband met den ongunstigen rente voet op de obligatiemarkt. Volgens de globale cijfers over 1940, die wat spaar gelden en voorschotten betreffen, thans kunnen ge geven worden, bedroeg het totaal der spaargelden j 123.420.000.een afname dus van circa 4.600.000. Zooals uit deze zeer voorloopige en globale cijfers blijkt, zijn in den loop van 1940 de spaargelden eeniger- mate teruggeloopen, al was deze terugloop minder sterk dan in 1939. In hoofdzaak is dit toe te schrijven aan de onrustige na-oorlogsdagen. In de latere maanden van 1940 kwam hieraan een einde. In totaal werd in 1940 voor ruim 1 millioen gulden meer aan spaargeld inge legd dan in 1939, terwijl in 1940 voor ongeveer 2 mil lioen gulden minder aan spaargeld werd opgevraagd dan in 1939. Einde 1940 bedroeg het totaal der aan spaargelden en in loopende rekening bij de Boerenleenbanken in gelegde gelden ongeveer 129.100.000.—. Deze cijfers bedroegen: op 31 Dec. 1935 123.270.000 1936 123.886.000 1937 139.344.000 1938 139.783.000 1939 132.440.000 1940 129.100.000 Hieruit ziet men, dat ondanks de onrustige oorlogs tijden de Boerenleenbanken haar sterke positie gehand haafd hebben. Aantal boekjes in Loopende Rekening Op 31 December 1939 Op 31 December 1938 Afname Bedrag van het tegoed in Loopende Rekening: (Crediteuren): Op 31 December 1939 4.426.978.17M Op 31 December 1938 4.441.225.52^2 Afname 14.247.35 7.914 8.215 301

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 8