6262 de bovenaangegeven wijze is vastgesteld, dan komt de vraag aan de orde: hoever zal de tegemoetkoming van Rijkswege in de schade gaan? Art. 6 antwoordt hierop: in de aldus bepaalde totale schade door een persoon geleden wordt tot een bedrag van 50.000.een bijdrage verleend voor het volle bedrag en in het meerdere een bijdrage van 90%. Voor huisraad, met inbegrip van lijfgoed en verbruiks- voorraden, worden bijdragen van Rijkswege toegekend, die van de bepalingen van dit Besluit afwijken en wel overeenkomstig door den Secretaris-Generaal van het Departement van Financiën vast te stellen regelen. Hoe worden de door het Rijk uit te keeren bijdragen beschikbaar gesteld? Deze bijdragen worden aan de eigenaren der beschadigde of verloren goederen uitbe taald, tenzij een andere regeling is voorzien. Indien bijv. de rechthebbende op een bijdrage een crediet van een Stichting 1940 heeft genoten, zal ook deze Stichting be voegd zijn om de bijdrage, ter aflossing van het ver leende crediet, in te houden (art. 10). Art. 11. Bijdragen wegens schade aan gebouwde on roerende goederen worden niet aanstonds in geld uit betaald, doch ingeschreven in een Grootboek voor den Wederopbouw totdat het Rijk voldoende zekerheid heeft, dat de bijdrage inderdaad zal worden besteed tot wederopbouw volgens de van Overheidswege te geven voorschriften. Over deze ten name der eigenaren ge stelde Grootboekinschrijvingen wordt een rente ver goed van 4% per jaar en wel ten plattelande gedurende 3 jaren. De rente is halfjaarlijks betaalbaar. Kapitaal en rente kunnen noch vervreemd noch verpand noch in beslag genomen worden en blijven buiten het fail lissement van den rechthebbende, tenzij de Algemeen Gemachtigde voor den Wederopbouw anders beslist. Art. 12 tlm 16. Bij de inschrijvingen in het Groot boek wordt melding gemaakt van de hypotheken en andere zakelijke rechten, welke op de beschadigde goe deren rusten, terwijl deze inschrijvingen verbonden blij ven tot zekerheid van de hypotheekhouders e.d., totdat

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 6