6261 eveneens gesteld op de boekwaarde. De boekwaarde wordt bepaald door van den kostenden prijs volgens goed koopmansgebruik in verband met den ouderdom van het goed de afschrijvingen af te trekken. Voor de vaststelling der afschrijvingspercentages geeft de Secre taris-Generaal nadere regelen. De kostende prijs, waar op ter vaststelling van de boekwaarde de afschrijvin gen als vorenbedoeld in mindering zijn te brengen, wordt bepaald als volgt: a. voor onroerende goederen wordt voor de bepa ling van den kostprijs uitgegaan van het bedrag, dat op 9 Mei 1940 zou zijn noodig geweest, om het goed in den toestand van vóór de beschadiging te brengen; b. voor hetgeen tot de uitrusting der bedrijven be hoort, als bovenbedoeld, wordt voor de bepaling van den kostprijs uitgegaan van het bedrag, dat op 9 Mei zou noodig zijn geweest voor de verkrijging of vervaar diging daarvan. De boekwaarde wordt dus op de bovenaangegeven wijze afgeleid uit den kostprijs, gemeten naar 9 Mei 1940 en verminderd met de afschrijvingen. De boek waarde wordt evenwel niet lager gesteld dan de prijs, die op 9 Mei 1940 voor het goed had kunnen worden bedongen. Art. 5. Voor bedrijfs- en handelsvoorraden wordt de waarde vóór de beschadiging gesteld op den inkoops prijs. Zijn deze voorraden dus tegen lage prijzen inge kocht, dan wordt slechts die inkoopprijs vergoed, onge acht de prijs die de beschadigde bij wederinkoop moet betalen. In de meeste gevallen zal het melkvee van een boer moeten worden geacht tot de uitrusting van het be drijf te behooren, evenals zijn landbouwmachines, zoo dat hem bij verlies eener koe practisch de prijs per 9 Mei 1940 van een dergelijke koe door het Rijk zal wor den vergoed. Betreft het een vetweider dan kan het rund mogelijk tot den „bedrijfsvoorraad" worden ge rekend en zal de inkoopprijs als maatstaf gelden. Wanneer de schade in den zin dezer Verordening op

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 5