6273 Zooals U uit de dagbladen heeft gelezen, is op 14 De cember 1940 een loonbelasting afgekondigd, welke voor zoover het de inkomsten uit arbeid of uit vroeger ver richten arbeid (pensioen e.d.) betreft de vroegere in komstenbelasting ten deele vervangt. Onder deze loonbelasting vallen uiteraard ook de sa larissen der kassiers van de boerenleenbanken en waai de werkgevers verplicht zijn de nieuwe loonbelasting bij uitbetaling van het salaris in te houden en aan den fiscus af te dragen, is het dus van belang, dat de leiders onzer boerenleenbanken met de verplichtingen, die voor de bank hieruit voortspruiten, voldoende bekend zijn. Vooropgesteld zij, dat de boerenleenbanken slechts gehouden zijn voor den kassier een loonbelastingkaart aan te leggen, indien zijn salaris 516,per jaar (d.i. 43.per maand) of méér bedraagt. Inmiddels zullen alle boerenleenbanken van de In spectie der Directe Belastingen wel de volgende stukken hebben ontvangen: 1. een handleiding voor de werkgevers, bevattende tabellen, volgens welke de loonbelasting is te be rekenen; 2. een Werknemers-verklaring, in te vullen door den kassier als werknemer. De vragen op de werknemers verklaring gesteld hebben hoofdzakelijk betrekking op den staat van den werknemer en op den leeftijd van zijn kinderen. Beslissend is hierbij de toestand op 1 December. Bij tusschentijdsche wijziging (bijv. als gevolg van het aangaan van een huwelijk of de geboorte van een kind) kan een nieuw formulier worden ingeleverd, voor zoover daardoor de positie van den werknemer gunstiger wordt. Wordt echter als gevolg van een dergelijke wijziging zijn positie ongunstiger (bijv. door het overlijden van een kind), dan blijft gedurende het geheele kalenderjaar de toe stand van kracht zooals deze was per 1 December van het daaraan voorafgaande jaar. Aan den voet van de werknemersverklaring moet door de boerenleenbank worden vermeld, of zij een

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1941 | | pagina 17