6235 Rentewijziging bij de Coöp. Centrale Boerenleenbank. (Circulaire No. 149 van 11 Nov. 1940) ^4an onze aangesloten Boerenleenbanken. Bij circulaire nr. 126 van 15 December 1937 hebben wij U mededeeling gedaan, dat de creditrente in loo- pende rekening en de depositorente, geldende in het verkeer tusschen de plaatselijke boerenleenbanken en de Centrale Bank werden verlaagd, terwijl tegelijkertijd een „contingenteering" werd ingevoerd. Deze rentever laging en contingenteering hielden verband met de toenmaals heerschende geldruimte, gepaard gaande met conversies van overheidsobligaties en abnormaal lage rentetarieven. Zoodra het gevaar voor een abnormalen toevloed van geld met het daaraan gepaard gaande ge vaar tot aantrekking van ongedurige middelen hadden opgehouden, konden wij de contingenteeringsregeling opheffen. (Zie onze circulaire Nr. 131 van 25 Sept. 1939). Weliswaar is ook thans de geldmarkt na een korte onderbreking van eenige maanden weer zeer ruim te noemen, maar op sommige punten is de rentevoet thans iets gunstiger dan in 19371938. Vandaar dat wij aanleiding hebben om de boerenleenbanken door een iets gunstiger credit-rentetarief tegemoet te komen. Wij wijzen er uitdrukkelijk op, dat deze verhooging niet te zeer als eene van blijvenden aard mag worden be schouwd, daartoe zijn de vooruitzichten van den rente voet nog te onzeker. Voorshands kan worden aangeno men, dat dit nieuwe tarief voor het jaar 1941 zal gelden. Met ingang van 1 Januari 1941 zal het rentetarief, geldende in het verkeer tusschen onze Centrale Bank en de locale boerenleenbanken als volgt zijn. (De oude, sedert onze circulaire van 15 December 1937 geldende rentetarieven zijn tusschen haakjes opgenomen). a. Credit-rente in loopende rekening 2/4% (oud ta rief: 2.64%).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 3