6253 regeld, eischt een zeer beleidvolle uitvoering. Naast het groote belang, dat in een voldoende mate van eigen- geërfdheid van den boeren- en tuindersstand is gele gen, dient immers ook het maatschappelijk belang eener goed functioneerende credietgeving in het oog te worden gehouden. Geschiedt zulks niet, dan wordt de verkrijging van een eigen bedrijf aan den niet kapi taalkrachtigen land- en tuinbouwer bemoeilijkt. Tal van rechtsvragen en van financieele vragen zullen bij de toepassing van het Besluit door de met uitvoering belaste instanties zijn op te lossen. Voor onze boerenleenbanken biedt de onderhavige verordening een bevestiging van ons reeds eerder meer malen in woord en geschrift gegeven advies, om bij de waardeering van de bedrijven der debiteuren zich niet te laten verblinden door de abnormaal hooge grond prijzen, die sedert het uitbreken van den oorlog veelal betaald werden, doch zich veeleer te baseeren op prij zen uit meer normale tijden. Voor de boerenleenbank als geldschietster en hoedster van gezonde verhoudin gen ten plattelande is immers de opbrengstmogelijk heid en de pachtwaarde van een bedrijf een betere maatstaf dan een tijdelijk abnormaal opgeschroefde likwidatiewaarde. Men waardeere dus geheel in over eenstemming met den geest dezer verordening tegen ten hoogste een prijs, „die in het jaar 1939 voor soort gelijke gronden in dezelfde streek had kunnen zijn be dongen".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 21