6249 opgericht, desgevraagd aan den Ontvanger der Regis tratie inzage van zegelplichtige bescheiden hebben te geven, indien deze ambtenaar de naleving van de zegel wet wil controleeren. Wij schreven in de Mededeelingen van Oct. 1939 (pag. 6014) o.m. het volgende: „Het spreekt vanzelf, dat het feit dat de heeren Ontvangers toegang tot de boerenleenbanken kan worden geweigerd x)> de kas siers uiteraard niet ontslaat van de verplichting om de zegelwet streng na te leven. Overigens blijft steeds de mogelijkheid bestaan, dat de fiscus bij voorbeeld door wijziging van de wet of van de rechtspraak toegang tot de boerenleenbanken krijgt. Daarnaast kunnen de Ontvangers bij de houders der spaar-, voorschot- of loopende rekeningboekjes zelf voorzoover deze een bedrijf uitoefenen ook thans reeds inzage van de boekjes vorderen ten einde de naleving der zegelwet te controleeren". Wij achten het gewezen vonnis niet van zeer ingrij penden aard. De in den vorm eener coöperatieve ver- eeniging opgerichte boerenleenbanken waren immers tevoren ook reeds aan gemelde controle onderworpen, terwijl alle boerenleenbanken vanzelf de bepalingen der Zegelwet stiptelijk naleven. Hierbij komt, dat de Ont vangers der Registratie met groote discretie en voor zichtigheid plegen op te treden. De genomen beslissing heeft dan ook met het z.g. bankgeheim in het algemeen weinig uitstaande. Het overdragen vaa land- en tuinbouwgronden. In het Verordeningenblad van 30 November 1940 no. 39 is het volgende Besluit opgenomen van de Secre tarissen-Generaal van Landbouw en Visscherij, van J) hetgeen thans na de uitspraak van de Rechtbank te Utrecht dus niet meer het geval is, zoodat voortaan wel degelijk inzage van zegelplichtige bescheiden moet worden verstrekt.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 17