6228 deld is en weinig of geen verplichtingen tegenover de bank of elders heeft loopen, terwijl de uitleening niet al te hoog is en de looptijd betrekkelijk kort; b. wanneer de totale verplichtingen van den hoofd schuldenaar of van den borg tegenover de bank echter in verhouding tot hun draagkracht vrij hoog zijn of wanneer van een korten looptijd van de uit leening geen sprake is en de periodieke aflossing gering, dan is hypothecaire dekking boven borg tocht te verkiezen; c. als regel moet een borg voor 5 a 10 maal zijn borg tochtverplichting zijn goed te achten, opdat bij een in gebreke blijven van den hoofdschuldenaar de borg niet al te zeer benadeeld wordt; d. vanzelfsprekend moet het hypothecair verbondene steeds een ruime en voldoende overwaarde hebben; e. in vele gevallen is het gewenscht dat een gecombi neerde zekerheid van hypotheek plus borgtocht of van borgtocht plus een andere aanvullende zeker heid wordt bedongen. In den regel streve men er naar minstens twee borgen te vragen, zeker wan neer het bedragen van eenigen omvang betreft. In de practijk worden de kosten van een hypotheek nog wel eens een bezwaar geacht, temeer daar deze kosten aan een borgtocht niet verbonden zijn. Inder daad is het kosten-verschil niet onbelangrijk, doch een ernstig en verantwoordelijk beheer mag terwille van eenige kosten het pad der voorzichtigheid niet verla ten. Slaat men in zijn gedachten de hypotheekkosten die meestal 1 a 2% der hoofdsom bedragen ineens over den geheelen looptijd der uitleening om, dan zal deze omslag in den regel niet meer dan 1/10 a 1/4% der hoofdsom per jaar bedragen. Een dergelijke assurantie premie tegen debiteuren-risico is waarlijk niet te hoog en de betaling ervan kan gerust van den debiteur ver langd worden, want de debiteur heeft daarnaast de overtuiging, dat de Boerenleenbank hem een matige

Rabobank Bronnenarchief

T01 | 1940 | | pagina 12