6177 ledene in hoofdzaak gewijd aan de gemeenschappelijke belangen der land- en tuinbouwende bevolking, waarbij zijn sterk sociaal gevoel, zijn bescheidenheid, zijn voort varendheid en zijn breede geneigdheid voor samenwer king in het belang der geheele gemeenschap tot groote resultaten hebben geleid. Zal de naam van den Heer van Voorst tot Voorst als eerste Voorzitter van den A. B. T. B. in het werkgebied dezer landbouworgani satie steeds met eere genoemd blijven, ook in den kring onzer Centrale Bank en onzer Boerenleenbanken zal de nagedachtenis aan hem worden levendig gehouden in dankbare genegenheid voor wat hij in kameraad schappelijke samenwerking met ons allen in onze cre- dietorganisatie heeft helpen tot stand brengen. Wij zouden in onze taak tekort schieten, indien wij hier niet tevens een woord van piëteitvolle hulde brachten aan de nagedachtenis van wijlen den heer J. Th. Verheggen, die de vorige maand na een lang en welbesteed leven is overleden. Weliswaar heeft de heer Verheggen nimmer deel uitgemaakt van de leiding on zer Centrale Bank, doch als Voorzitter van den Neder- landschen Boeren- en Tuindersbond toonde hij steeds zulk een belangstelling voor onze credietorganisatie, een belangstelling, waarvan hij door zijn tegenwoor digheid bij onze algemeene vergaderingen steeds deed blijken, dat wij zijn heengaan hier niet onvermeld mogen laten. De groote verdiensten van wijlen den heer Verheggen voor de organisatie van de boeren en tuinders in Nederland, vooral zijn heldere kijk op de maatschappelijke nooden van de kleinen onder hen, zijn onbaatzuchtigheid, dit alles maakt hem tot een der onvergetelijken, wier namen met dien van v. d. Eisen en Jan Truyen ten plattelande steeds met eere genoemd zullen blijven. Kort geleden overleed een andere figuur, die de ont wikkeling onzer Centrale Bank steeds met groote be langstelling volgde, de heer G. J. H. Peters, Oud-Direc teur van de Boeren- en Tuinders Onderlinge, die in de jaren 19011902 deel uitmaakte van het Bestuur onzer

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 9