6172 Op de notulen zijn geen aanmerkingen ingekomen; zij werden ongewijzigd vastgesteld. Als Secretarissen werden aangewezen de heeren H. Verbeeten en P. van Gemert. Bij dit punt der agenda wordt door den Wn. Voorzitter een woord van dank gebracht aan oud-In- specteur leLoux, die in vroegere jaren steeds met groote accuratesse het secretariaat der Algemeene Vergadering mede heeft waargenomen. Bij het agenda-punt: Balans, Verlies- en Winstreke ning over 1939 enz. geeft de heer Fleskens, Voorzitter van het Bestuur, de volgende toelichting; Mijnheer de Voorzitter. In vroegere jaren placht ik de toelichting op de jaarstukken van onze Centrale Bank aan te vangen met eenige beschouwingen aan gaande den algemeenen economischen toestand, spe ciaal van den land- en tuinbouw. Het zij mij vergund voor ditmaal van deze gewoonte af te wijken. De ge beurtenissen van Mei 1940 zijn zoo overweldigend ge weest, dat nabetrachtingen op dit oogenblik weinig aantrekkelijkheid of voordeel bieden, terwijl de toe komst van ons economisch leven door zooveel onbe kende factoren wordt beheerscht, dat een blik in de toekomst tevens een blik in de duisternis is. Ik moge volstaan met de hoop uit te spreken, dat spoedig een rechtvaardige vrede een nieuwen grondslag moge vor men voor het herstel van de geschokte samenleving en dus ook van de economische betrekkingen tusschen de volkeren en van de daarop steunende welvaart van ons, in zijn historische tradities herstelde Nederlandsche volk. Voor het agrarische bedrijfsleven van ons land kan met zekerheid slechts één richtlijn worden gegeven: zet al uw krachten en bekwaamheden in, om zoo doel matig mogelijk al datgene te produceeren, waaraan ons volk behoefte heeft. Had de land- en tuinbouw in het verleden wel eens te klagen over gebrek aan waardee ring in eigen land, hiertegenover past thans slechts één houding: toont opnieuw welk een onmisbare factor een goed georganiseerde, hardwerkende en geschoolde

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 4