6184
waarde biedt, ook al zijn de gebouwen beschadigd. Er
zijn eigenlijk maar één of twee gevallen, waarin men
kan zeggen: als de debiteur de schade niet van over
heidswege vergoed krijgt, kan het de boerenleenbank
eenige honderden of duizenden guldens kosten.
Wat dit betreft mogen wij dus niet ontevreden zijn,
want de totale oorlogsgeweld-schade, die toegebracht is
aan ten behoeve van onze banken hypothecair verbon
den vaste goederen en die vrijwel nooit de vordering
in gevaar brengt omdat er voldoende grond verbonden
is, beloopt ongeveer 200.000.bij een totaal van
40 millioen aan uitstaande vorderingen. Bij de Boe-
ren-Hypotheekbank is het ongeveer een kleine 30.000
op 8 millioen aan uitstaande vorderingen.
Wij behoeven er niet meer op aan te dringen wij
hebben het reeds herhaaldelijk gedaan dat de men-
schen, die door oorlogsgeweld-schade of defensie-
schade zijn getroffen, hun vordering bij de bevoegde
commissies en instanties indienen. Wij hebben, op ver
zoek van de desbetreffende adviescommissie voor oor-
logs-schade in den Haag enkel en alleen een onderzoek
ingesteld om te achterhalen, welke ongeveer de gevol
gen van de oorlogsgeweld-schade voor de hypothecaire
schuldeischers zijn geweest. Dit onderzoek onzerzijds
ontheft de beschadigden dus geenszins van den nood
zaak om zelf van hun schade bij de aangewezen instan
ties aangifte te doen.
In het algemeen is onze credietorganisatie er dus
goed afgekomen. Dat is voor het grootste deel daaraan
toe te schrijven, dat de schade meestal betrof gebou
wen of inventarissen en in den regel de verbonden
vaste goederen niet werden benadeeld, en dat in heel
veel gevallen de kommen van de dorpen door schade
zijn getroffen .terwijl uit den aard der zaak de boeren
leenbanken daar de minste belangen hebben liggen. Zij
hebben deze verspreid liggen over de polders en velden.
Een ander punt, dat van voldoende belang is om
hier even naar voren te brengen, is het volgende. Wij
staan, zooals U allen weet, aan den vooravond van een