6163 heeft samengewerkt, eerst om den Limburgschen Boe renbond en later ook den Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond leiding en vastheid te geven. Van den beginne zijner openbare loopbaan heeft de heer Verheggen begrepen, dat een leider tevens een wetenschappelijk man moet zijn, en daarom heeft hij van den landbouw en van de tuinderij eene diepgaande studie gemaakt. Daardoor was hij in staat adviezen en medewerking te verleenen aan talrijke particuliere ver- eenigingen en aan Staatscommissies, waarvan hij lid was, en wel een zeer gezien lid, wiens stem gewicht in de schaal legde. En daarbij was hij de eenvoud in persoon; bij al zijne hooge betrekkingen en eervolle pauselijke en konink lijke onderscheidingen bleef hij, wat hij steeds geweest was, en dwong ook daardoor aller achting en waardee ring af. Ook mogen wij zijne onbaatzuchtigheid roemen, want bij alles wat hij deed heeft hij slechts het belang zijner boeren en tuinders, het belang der organisaties, waar aan hij verbonden was, maar nooit zijn persoonlijk be lang gezocht. Zulke menschen kunnen veel bereiken en genieten waardeering in verren kring, zooals bleek bij zijn zilve ren feest als Voorzitter van den Nederl. R. K. Boeren- en Tuindersbond, toen hij geëerd werd door tal van organisaties en instellingen die zich op landbouwgebied bewegen. Op de Algemeene Vergaderingen van de Centrale Boerenleenbank was de heer Verheggen zeer dikwijls tegenwoordig en sprak daar herhaalde malen zijne waardeering uit voor het werk der Boerenleenbanken en van de Centrale Boerenleenbank. De heer Verheggen heeft het voorrecht gehad te mo gen werken zoolang het dag was. Ondanks zijn tachtig jaren was hij nog Voorzitter van den Limburgschen Land- en Tuinbouwbond, en eerst het vorig jaar had hij ontslag genomen als Voorzitter van den Nederland schen R. K. Land- en Tuinbouwbond.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 11