6123
De bepalingen van het bankmoratorium zijn steeds met
de voor een goeden gang van zaken ten plattelande
vereischte soepelheid toegepast. Wij lieten ons daarbij,
voorzoover zulks zakelijk toelaatbaar was, leiden door
het algemeen belang. Vóór alles stelden wij de midde
len beschikbaar voor het regelmatig doen functioneeren
van de vitale deelen der voedselvoorziening, de zuivel
industrie, het veilingwezen en de eierhandel. De uitbe
talingen voor loonen, pachten en die in opdracht der
voedselcommissarissen en andere instanties, wegens ge
leverde granen en vee, alsmede zuiveltoeslagen, kleine-
boerensteun e.d. werden eveneens in gang gehouden.
Voor zoover ons bekend bleven de administraties van
al onze boerenleenbanken ongeschonden, ook al werd
op een enkele plaats de brandkast onder de puinhoopen
bedolven en al moesten verscheidene kassiers evacuee-
ren. Een woord van lof voor het plichtsbesef en de op
offering, waarmede deze kassiers hun administratie be
schermden, is zeker verdiend. In de plaatsen, waar
schade werd aangericht, zijn de financieele belangen
der betreffende boerenleenbanken niet of nauwelijks ge
schaad, zoo o.a. te Rotterdam, Zevenbergschen Hoek,
Zevenbergen, Mill en omgeving. Etten, Breda en om
geving, Roosendaal, Hoogland, Eysden.
Uiteraard konden, wegens de verkeersmoeilijkheden,
de Algemeene Vergaderingen van onze Centrale Bank
en van de Boeren-Hvpotheekbank niet op den aanvan
kelijk vastgestelden datum van 27 Mei 1940 plaats vin
den. Zij zijn voorloopig uitgesteld. De jaarverslagen,
die voor verzending gereed lagen, zijn inmiddels rond
gestuurd en zullen de boerenleenbanken wel reeds heb
ben bereikt.
Wij meenen goed te doen thans reeds mede te deelen,
dat de Raad van Toezicht onzer Centrale Bank in zijn
voltallige zitting van 23 April 1940 met algemeene stem
men heeft besloten aan de Algemeene Vergadering de
volgende voordracht in tweevoud te doen ter voorzie
ning in de bestuursvacature bij onze Centrale Bank,