6122
het heden en de toekomst te richten. Op onze Centrale
Bank en haar 568 aangesloten locale banken rust
thans, méér dan ooit, een groote maatschappelijke
plicht. Ons richtend naar de levensbelangen van
ons Nederlandsche volk, hebben wij de taak om in eer
lijke samenwerking met de tijdelijke bezettingsautori
teiten het sociale en economische leven ten plattelande
op gang te houden. Ons geheele volk is in zijn voedsel
voorziening en zijn levensonderhoud in meerdere mate
dan wellicht ooit tevoren aangewezen op de productie
van eigen bodem. Landbouw, veeteelt en tuinbouw her
winnen in ons land thans weer hun vroegere waardee
ring dienovereenkomstig is de taak van ons land-
bouwcrediet in dit tijdperk ook een zeer belangrijke.
Ook in dezen nieuwen tijd zal de sociale gedachte, die
vanaf den eersten opzet aan het Raiffeisen-werk ten
grondslag lag, richting en kracht aan het werk onzer
boerenleenbanken geven.
Met dankbaarheid mogen wij constateeren, dat onze
organisatie (zooals wij reeds met een circulaire van 20
Mei 1940 lieten weten) intact is gebleven. Ook tijdens
de enkele dagen van afsnijding der verkeersmogelijk-
heden bleken de beheerders en kassiers onzer boeren
leenbanken hun taak te begrijpen. Inspecteurs der Cen
trale Bank bezochten reeds in de eerste oorlogsdagen
meerdere banken in Oostelijk Brabant, Zuidelijk Gel
derland en Limburg, terwijl na de overgave der Vesting
Holland door den Inspectiedienst al een paar honderd
boerenleenbanken zijn bezocht. Waar de verkeersver
bindingen met het Noord-Westelijk deel des lands het
grootste bezwaar vormden, hebben wij reeds vanaf 20
Mei een Inspecteur tijdelijk te Amsterdam gestatio
neerd teneinde in dat gedeelte des lands de geldvoor-
ziening te bevorderen en het verdere contact te onder
houden.
Onze Centrale Bank was vanaf den eersten dag in
staat om de geldvoorziening, voor zoover de verkeers-
toestand zulks eenigermate toeliet, ter hand te nemen.