6092
stijgingen of -dalingen slechts schijnwinsten of schijn
verliezen plegen te beteekenen, heeft ons Bestuur be
sloten om een ander stelsel van waardeering in te voe
ren. Een overeenkomstige gedragslijn werd mede op
fiscale gronden door andere instellingen gevolgd. De
obligatiën van publiekrechtelijke lichamen worden dien
overeenkomstig tegen aanschafwaarde doch niet hooger
dan pari in de balans opgenomen De Effectenreserve
der Centrale Bank krijgt hierdoor een eenigszins gewij
zigd karakter. Zij zal bij tijdelijke koersstijgingen of
koersdalingen niet als voorheen op en neer gaan, doch
slechts stijgen of dalen indien werkelijk effecten zijn
uitgeloot of verkocht, daar schijnwinsten of schijnver
liezen niet meer als vóór- of nadeelige koersverschillen
zullen worden bij- of afgeboekt. Op grond dezer her
berekening bedraagt de Effectenreserve per 31 De
cember 1939 1.447.619.52, nadat daaraan 200.000.
ten laste der Verlies- en Winstrekening zijn toegevoegd.
Win s t vetxl eeling.
Volgens de Statuten van de Centrale Boerenleenbank
wordt van de winst eerst 10% in het Reservefonds
gestort.
Van het overblijvende wordt op het gestorte op de
aandeelen 6% uitgekeerd, waarna het overige als volgt
wordt verdeeld:
85% aan het gewoon Reservefonds;
10% aan de Gemeenschappelijke Reserve;
5% ter beschikking van de Algemeene Vergadering.
Wij krijgen dus:
Winst 57.011.93
Reserve 10% 5.701.19
Blijft 51.310.74
Dividend 6% (maximum) 15.996.
Blijft 35.314.74
Waarvan:
85% aan het Gewoon Reservefonds 30.017.53
10% aan de Gemeenschappelijke Reserve 3.531.47