6080 Op 31 December 1936 123.886.000 64.654.000 52.2 Op 31 December 1937 139.344.000 60.217.000 43.2 Op 31 December 1938 139.783.000 59.299.000 42.4 Wij kunnen thans wederom ook de globale cijfers op 31 December van het afgeloopen jaar 1939 geven, voor zoover dit althans de spaargelden en de voor schotten betreft. Op 31 December 1939 bedroeg het totaal der spaar gelden circa 128.500.000.op 31 December 1938 135.342.000.zoodat over het jaar 1939 een afname te constateeren is van circa 6.800.000. Op 31 December 1939 bedroeg het totaal der voor schotten circa 44.200.000.tegen 43.900.000.per 31 December 1938, zoodat het totaal der voorschotten gedurende het jaar 1939 met circa 300.000.is toe genomen. Zooals uit deze zeer voorloopige en globale cijfers blijkt zijn in den loop van 1939 de spaargelden eeniger- mate teruggeloopen, terwijl de uitstaande voorschotten een weinig zijn opgeloopen. Volgens de beschikbare gegevens is deze teruggang der spaargelden niet zoo zeer ontstaan door grootere opvragingen, want het to taal der door alle Boerenleenbanken tesamen uitbe taalde spaargelden was lager dan in 1938. Van groote angstopvragingen in verband met den politieken toe stand kan dus niet worden gesproken. Daarentegen is belangrijk minder aan gelden bij de Boerenleenbanken ingelegd, hetgeen voor een zeer groot deel verband houdt met de minder gunstige bedrijfsuitkomsten vooral in de tuinderij en in de veehouderij (gedurende den ge- heelen zomer kwam er hierdoor minder geld binnen) en aan den uiteraard vrij sterk vertraagden verkoop van de voor de Regeering gereserveerde granen en peul vruchten. Hierdoor krijgen de boeren veel later hun geld in handen dan anders, zoodat met name in de maand December zeer weinig bij de Boerenleenbanken werd gestort en ingelegd. Daartegenover vloeide in de eerste maanden van 1940 vrij veel geld bij de Boeren leenbanken binnen. Deze verschuivingen in het beta-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1940 | | pagina 8