6064
Ook in al die colleges weten wij, dat men hem hoo-
gelijk waardeerde om zijn adviezen, dat men prijs stel
de op zijn oordeel, omdat men wist dat heel zijn leven
stond in het teeken van werken aan de totstandkoming
van een betere maatschappij, zooals de Pausen dat van
de Katholieken vorderen.
Een groot gevoel van dankbaarheid vervult ons, dat
wij dezen grooten en goeden man zoolang als onzen
Voorzitter hebben mogen bezitten. Dankbaarheid, wel
ke ons hem niet gemakkelijk zal doen vergeten, en
welke wij zullen toonen door hem te gedenken in onze
gebeden.
Daarnaast staat ons zijn testament voor oogen zooals
hij dit practisch gaf, toen hij op de algemeene verga
dering van den A.B.T.B. in 1937, pas hersteld van een
zware ziekte, zijn korte toespraak hield.
Na zijn dank betuigd te hebben voor alle belangstel
ling tijdens zijn langdurige ziekte, en voor de gebeden
voor zijn herstel gestort, memoreerde hij het 20-jarig
bestaan van den A.B.T.B. en herinnerde aan al het ge
deelde lief en leed.
Zijn laatste woorden waren de volgende:
„Wij kunnen gelukkig constateeren, dat de bond
steeds in bloei en aanzien toeneemt. Dit is te dan
ken aan het feit, dat gevolgd zijn de aanwijzigin-
gen van de Bisschoppen. Deze onderworpenheid is
oorzaak, dat de Bond Gods zegen op zoo zichtbare
wijze en in ruime mate heeft ontvangen.
Als allen zoo voortgaan, zullen zij op Gods ze
gen mogen blijven rekenen.
Als men spr. soms nooit meer op de voorzitters
plaats terug zal zien, hoopt hij toch dat in den bond
de onderlinge liefde zal bewaard blijven, dat het
bestuur zal worden gevolgd en dat alle boeren
zullen blijven strijden voor het Gods rijk op aarde.
Als allen trouw blijven aan de statuten zal het hun
ook in de toekomst wel gaan".