6063
zoo diep overtuigd was, dat principieele katholieke
actie noodig was onder de boeren en tuinders, wilde
men verdere afzakking voorkomen en wederom met
kracht cultureele arbeid gaan beginnen. De eerste 10
jaren in den A.B.T.B. waren moeilijke jaren. Kapitalen
waren noodig om de scholen te kunnen stichten, sociale
ontwikkeling en sociaal inzicht moest worden gebracht
wilde men inderdaad een R.K. sociale organisatie gaan
vormen, die iets beteekende in het maatschappelijk be
stel, terwijl daarnaast op technisch en economisch ge
bied, de samenwerking in de afdeelingen op veel inten
siever peil moest worden gebracht en groote economi
sche instellingen van den A.B.T.B. zelve tot hulp der
afdeelingen behoorden te worden opgericht.
Steeds bij al dit werk bewonderden wij zijn haast
pijnlijke zorg voor een goed fundament bij ons econo
mische werk. Nooit ging uit zijn gedachte dat het
Hoofdbestuur geld van anderen beheerde en dus een
groote verantwoordelijkheid had ten opzichte der leden.
Dit alles is geslaagd cn heeft de stoutste verwach
tingen overtroffen. Men constateert dit zoo gemakke
lijk en toch welk een zorgen heeft het gekost eer het
zoover was, terwijl de vraag rijst was dit alles mogelijk
geweest, indien niet een man als Baron van Voorst tot
Voorst de leiding had gehad, in wien alle boeren en
tuinders hun volle vertrouwen van af den beginne stel
den.
Zijn werkkracht bleef niet beperkt tot den A.B.T.B.,
maar was veel veelzijdiger.
Reeds meer dan 25 jaar is hij lid van het Bestuur
van de Katholieken Boeren- en Tuindersbond en van
de Coöp. Centr. Boerenleenbank te Eindhoven. Van
beide vereenigingen is hij Onder-Voorzitter. Jaren
lang heeft hij als lid van het college van Gedeputeerde
Staten van Gelderland, als lid der Tweede- en Eerste
Kamer naast het algemeene werk, in het bijzonder pal
gestaan waar het de behartiging der belangen van zijn
boeren en tuinders betrof.