6048 tie van het landbouwcrediet een zeer gewichtige. De Centrale Bank wordt beheerd door het Bestuur en den Raad van Toezicht, die directeuren aanstellen, welke worden bijgestaan door een geheelen staf van ervaren en bekwame beambten. De leden der Centrale Bank zijn de aangesloten boerenleenbanken, welke slechts tot beperkte bedragen (meestal 6000) voor de ver plichtingen der Centrale Bank aansprakelijk zijn. Behalve als bankier voor de boerenleenbanken en als orgaan van toezicht op het beheer dezer aangesloten banken heeft de Centrale Bank tot taak de financiering der groote vereenigingen ten behoeve van den land en tuinbouw werkende. Mede teneinde dit laatste beter te kunnen nastreven richtte de Centrale Bank in 1918 de N.V. Nederlandsche Landbouwbank te Amsterdam op. Het bestek van deze causerie laat niet toe verder over de organisatie van het landbouwcredietwezen on der leiding onzer Centrale Bank uit te weiden. Ik moge volstaan met enkele ronde cijfers te geven, teneinde den omvang en soliditeit onzer organisatie toe te lichten. De Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven heeft 568 aangesloten banken, die tesamen ca. 75.600 leden tellen. Door deze banken werd in den tijd van 40 jaren voor ruim 250 millioen aan voorschotten ver strekt, terwijl in diezelfde jaren voor ruim 1.300 mil lioen aan spaargeld werd geplaatst. Bij deze cijfers zijn buiten beschouwing gelaten de omzetten in loopende rekening, die in die periode ruim 1.300 millioen be liepen. Per 31 December 1938 bedroegen de uitleeningen bij de plaatselijke banken per saldo ca. 59.800.000 en de inlagen 140.000.000. De gezamenlijke reserves der plaatselijke banken bedroegen toen ruim 9 millioen gulden. Er waren bij de plaatselijke boerenleenbanken in om loop 170.000 spaarboekjes, 37.800 voorschotboekjes en 8.300 loopende rekeningboekjes. Het aandeelenkapitaal, aansprakelijkheidsfonds, re-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 8