6044 Boerenleenbank volgens Raiffeisens' systeem opgericht. Bij zijn opzet ging Raiffeisen uit van het christelijk soli dariteitsgevoel der landelijke bevolking, volgens het welk langs den weg van onderlinge hulp moet worden gepoogd in de behoefte der economisch zwakkeren door medewerking der economisch sterkeren tegemoet te komen. In Nederland kwamen in 1897 de eerste plaatselijke boerenleenbanken volgens het stelsel van Raiffeisen tot stand. Op 5 December 1898 werd tot oprichting der Coöpe ratieve Centrale Boerenleenbank te Eindhoven besloten, waarbij heden ten dage 568 plaatselijke boerenleenban ken zijn aangesloten. Kort tevoren was de Coöperatieve Centrale Raiffeisenbank te Utrecht opgericht, waar onder thans ruim 700 locale banken ressorteeren. Onze Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eind hoven, in agrarische kringen algemeen bekend als „de C.C.B.", streeft er steeds naar als fundament het Raiffei- senstelsel te behouden. Haar organisatie vertoont dan ook nog steeds de volgende voor het stelsel-Raiffeisen typeerende kenmerken: de aangesloten plaatselijke boe renleenbanken werken ieder slechts over een beperk ten overzichtelijken kring; de leden van Bestuur en Raad van Toezicht ontvangen geen salaris; uitkeering van winst aan de leden der plaatselijke boerenleenbanken vindt niet plaats; de gevormde reservefondsen zijn on verdeelbaar; elke plaatselijke boerenleenbank heeft haar eigen zelfstandig beheer, dat uiteraard aan statutaire grenzen gebonden is; alle leden eener locale boerenleen bank zijn hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verplichtingen hunner plaatselijke bank; alle aange sloten boerenleenbanken zijn tenslotte onderworpen aan de inspectie der Centrale Bank en zijn gehouden haar beschikbare middelen bij de Centrale Bank te beleg gen en al hare bankzaken bij de Centrale Bank te doen. Dit alles zijn typische kenmerken, welke de Raiffei- senorganisatie vanaf het begin vertoonde en welke door de organisatie, welker sluitstuk de Coöperatieve Cen-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 4