6030 Form, 30 b. Organisatiewezen in den landbouw. Radio-lezing voor de K. R. O., gehouden door A. N. Fleskens, 1 October 1939. Het is nog niet zoo heel lang geleden, dat de boeren in Nederland het organisatiewezen, waarover wij U gaan spreken, nog in het geheel niet kenden. Een goede 40 jaar geleden moest een boer maar zien hoe hij gehol pen werd als zijn bedrijfsbelangen in den knel kwamen en hij zelf in nood. En het was ook grootendeels als gevolg van den nood, dat er beweging kwam onder de boeren en leidde tot de ontwikkeling van de boeren- en tuindersorganisaties, die thans, zooals wij straks zullen aantoonen, tot groote en machtige lichamen zijn uitge groeid. Wie niet de toestanden kent, welke op het einde van de vorige eeuw bestonden en onbekend is met de ge- Bijlage II. BETALINGSOPDRACHT. (Vrij van zegel). Aan de Boerenleenbank te (resp. Stichting Spaarbank) U gelieve aan en tegen kwijting van: te doen uitbetalen ten laste van: a) mijn spaar- deposito- loopende rekening (Boekje no contr.no. b) mijn tegoed namens de som van Gulden ets. dd19.. Hoogachtend: Zegge: (handteekening opdrachtgever) doorhalen wat niet verlangd wordt. hier in te vullen de naam van de instantie namens welke de Boerenleenbank uitbetaalt, bijv. Prov. Voedselcommissaris, Veiling, etc.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 6