6026 Indien de rechthebbende op een tegoed bij de Boe renleenbank onbekwaam of onbevoegd is om rechts handelingen te stellen (zooals het geval is bij minder jarigen, onder curateele gestelden, zwakzinnigen en faillieten), dan is de wettelijke vertegenwoordiger, (dus de voogd of curator), bevoegd de gelden op te nemen en daarvoor kwijting te geven. Voor een in gemeen schap van goederen gehuwde vrouw treedt de man op en ingeval een vrouw onder huwelijksche voorwaarden is getrouwd, dan is de medewerking en de handteeke- ning van man èn vrouw tesamen vereischt. Slechts indien de rechthebbende als bovenbedoeld een ander aanwijst teneinde namens hem de geldsom bij de Boerenleenbank op te nemen en daarvoor te kwi- teeren, is de bank bevoegd om aan dien anderen per soon uit te betalen en met diens kwijting genoegen te nemen. Een dergelijke aanwijzing moet te allen tijde uit een schriftelijk stuk blijken, welk schriftelijk stuk de Boerenleenbank onder zich houdt, opdat deze altijd- kan aantoonen, dat zij door uitbetaling aan een ander haar bevoegdheid niet te buiten is gegaan. Op een spaarboekje echter kan bij wijze van groote uitzondering wel eens worden uitbetaald aan een derde, die alleen mondeling tot het in ontvangst nemen van het tegoed voor de spaarders of diens wettelijken ver tegenwoordiger is gemachtigd en dus niet in staat is om een schriftelijk bewijsstuk over te leggen. In de spaarboekjes komt n.1. de bepaling voor, dat de Boe renleenbank gekweten is door betaling in handen van den aanbrenger van het boekje. De kassier mag zich echter alleen maar op deze clausule beroepen, wanneer hij bij de uitbetaling de stellige overtuiging had, dat de aanbrenger van het boekje door den rechthebbende mondeling was gemachtigd om het tegoed in ontvangst te nemen en kwijting daarvoor te geven. Zoodra hij eenige reden zou hebben om aan de bevoegdheid van

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 2