6036 Wanneer ergens het zaad der coöperatieve gedachte- wortel heeft geschoten, dan is het wel in den Land bouw, niet alleen wat het credietwezen betreft, waar van ik U zoo juist een tweetal indrukwekkende cijfers, noemde, maar op schier al het werkgebied van den boer en tuinder, dat niet de directe bearbeiding van den bo dem betreft, hebben de boeren en tuinders tot coöpe ratieve samenwerking hun toevlucht genomen. Wij zien dan de coöperatieve samenwerking voor den aankoop van bedrijfsbenoodigdheden: kunstmest, vee voeder, zaaizaad, enz. Bijna ieder dorp kent zijn coöpe ratieve aankoopvereeniging, gecentraliseerd in de zgn. „Handelsraden" van de gewestelijke Boerenbonden en in het Centraal Bureau van het Nederlandsch Land- bouwcomité. Tezamen hebben die coöperaties een om zet van rond 110 millioen gulden per jaar. Wij zien die coöperatieve samenwerking voorts op het gebied van de verwerking van de producten: melk, suikerbieten en aardappelen, van stroo en vlas. Ons- land telt rond 500 coöperatieve zuivelfabrieken, gewes telijk georganiseerd en landelijk federatief verbonden tot een krachtigen bond, 6 coöperatieve suikerfabrie ken, 16 coöperatieve aardappelmeelfabrieken en 9 coö peratieve stroocartonfabrieken dit is meer dan de helft van het totaal dezer fabrieken in Nederland. Dat wil dus zeggen, dat meer dan de helft van het aantal dier fabrieken in Nederland, het eigendom is van de boeren en geleid en bestuurd wordt door de boeren. De boeren hebben ook hun eigen exportslachterijen en vleeschwarenfabrieken, doch het deel van de door die fabrieken verwerkte producten is niet zoo groot als van de zoojuist genoemde bedrijfstakken. Van grooten omvang is de coöperatieve afzet van de land- en tuinbouwproducten: ik noem de tuinbouwvei lingen met een omzet van vele millioenen, de export- vereenigingen voor zuivelproducten, de coöperatieve eiermijnen, die millioenen en millioenen eieren verhan delen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 12