gewestelijke organisaties, met name de Noordbrabant-
sche hristelijke Boerenbond in de bisdommen 's-Her-
togenbosch en Breda, de Aartsdiocesane R. K Boeren-
en Tuindersbond in het Aartsbisdom Utrecht, de Lim-
burgsche Land- en Tuinbouwbond in het Bisdom Roer
mond cn de Katholieken Land- en Tuinbouwbond in
het Bisdom Haarlem, welke gewestelijke bonden, fede
ratief samenwerkend, den Katholieken Nederlandschen
Boeren- en Tuindersbond vormen.
Dit succes der katholieken was mede een prikkel voor
de belijdende protestantsche christenen tot vereeniging
onder eigen banier. En zoo werd in 1918 de Christelijke
Boeren- en ruindersbond opgericht, die op het oogen-
blik 17.000 leden telt.
Hiermede hebben wij L, waarde luisteraars, in zeer
korte trekken de ontwikkeling geschetst van de 3 cen
trale landbouworganisaties, die met behoud van ieders
volkomen zelfstandigheid regelmatig met elkander over-
leg plegen en inzake de algemeene land- en tuinbouw-
clangen tezamen bij de regeering, bij de departemen-
ten en andere centrale instanties de officieuze vertegen
woordiging vormen van den Nederlandschen Land- en
1 uinbouw.
Met de regeering en hare instanties wordt regelmatig
%ot mg gehouden over zaken, welke voor de boeren en
ders van beteekenis zijn en omgekeerd vraagt ds
regeering regelmatig advies aan de 3 centrale landbouw
organisaties inzake de te volgen landbouwpolitiek. Het
met tusschen de Overheid en den georganiseerd®
en uinbouw is in de laatste jaren steeds inniger
geworden en van groote beteekenis voor den Land- en
nanbouw en het Nederlandsche platteland. Dat dit
in e laatste maanden zelfs van groote nationale
hcteckems is zal wel een ieder duidelijk zijn.
*i 'l> shalve dient nog vermeld te worden, dat
t.-liMC oomsc^ katholieke en Protestantsch Chris-
i ecentra e organisaties en het Nederlandsch Land-
somite zich in den crisistijd als algemeene organi-
6034