6011 Zooals in gemelde circulaire staat aangegeven heb ben de bijzondere omstandigheden, die tot invoering dezer contingenteering hadden geleid, sedert geruimen tijd opgehouden te bestaan. De abnormale toevloed van gelden, gepaard aan een abnormaal lage rente op de geld- en kapitaalmarkt (zoodat tijdelijk beschikbare gelden vrijwel niet rendabel waren te beleggen) hadden destijds den contingenteeringsmaatregel noodzakelijk gemaakt. Thans biedt de toestand op de geldmarkt wederom de mogelijkheid om vlottende kapitalen eenigszins rendabel te beleggen, terwijl sedert begin 1939 de dreiging van een abormalen toevloed van onge durige spaargelden heeft opgehouden. De vraag rijst thans, welke de rentepolitiek der aan gesloten Boerenleenbanken in de naaste toekomst moet zijn. Voor de beantwoording dezer vraag is het van belang, hoe de kapitaalrente op de vrije markt zich in de naaste toekomst blijft ontwikkelen. Als vaststaand kan wor den aangenomen, dat bij een voortduren der huidige internationale verwikkelingen de thans reeds tot uiting komende neiging tot een hooger renteniveau zal blijven aanhouden, terwijl het niet is uitgesloten dat op den duur zelfs vrij hooge rentetarieven op de markt kunnen volgen. Uit het vorenstaande kunnen wij voorloopig conclu- deeren, dat onze Boerenleenbanken, nu de contingen- teeringsregeling is opgeheven, hetgeen tot op zekere hoogte als een verhooging der spaarrente is op te vat ten, zich geleidelijk minstens op een verhooging der debetrente voor voorschotten en credieten moeten voorbereiden. In ieder geval is het van groot belang, dat te allen tijde het Bestuur eener Boerenleenbank onder goed keuring van zijn Raad van Toezicht en van de Centrale Bank op betrekkelijk korten termijn de rentetarieven der betreffende locale bank kan aanpassen. De ervaring der laatste jaren heeft geleerd, dat het veelal bezwaar lijk is om bij de voortdurend wisselende tijdsomstan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 3