5035 schijnsel worden beschouwd, in zooverre er eenerzijds uit blijkt, dat onze rente zich meer aan den oogenblikke- lijk geldenden algemeenen rentevoet heeft kunnen aan passen en anderzijds, dat de boeren weer iets meer dur ven ondernemen. Het is echter daarnaast een bekend feit. Mijne Heeren, dat de grondprijzen zich in den laat- sten tijd zeer sterk in stijgende richting hebben bewo gen. Dit heeft het Bestuur onzer Bank aanleiding gege ven tot bijzondere voorzichtigheid bij het toestaan van nieuwe leeningen. Ons Bestuur is, zooals gij weet, altijd voorzichtig geweest. Het is het thans in het bijzonder, omdat de verhouding tusschen de kapitaalwaarde der goederen en de opbrengstmogelijkheden thans feitelijk te ongunstig is. Dit zal in de toekomst, mogelijk reeds in een nabije toekomst, tot groote moeilijkheden kun nen leiden voor de boeren, die hun grond tot de uiterst toelaatbare grens zouden belasten. Gij weet, Mijne Heeren, dat volgens onze Statuten die grens ligt bij "/s der geschatte waarde, indien de betrokken plaatse lijke boerenleenbank voor het meerdere dan de helft der geschatte waarde borg blijft of indien aan den geld- nemer de verplichting wordt opgelegd om het geleende kapitaal in een termijn van ten hoogste 10 jaar tot op de helft van de geschatte waarde van het onderpand af te lossen. Nu heeft het Bestuur om practische redenen van de laatste voorwaarde: aflossing tot de helft in dien ter mijn, sinds jaren geen gebruik meer gemaakt. Het is thans, nu zoo dikwijls tot vrijstelling van aflossing moet worden overgegaan, zeker minder dan ooit de tijd, om tot toepassing dezer voorwaarde terug te keeren. Wat betreft het borg blijven der plaatselijke bank is het Bestuur van oordeel, dat ook daarmede de voor zichtigheid moet worden betracht, dat nauwgezet moet worden rekening gehouden met het aantal en de grootte der verplichtingen, die de plaatselijke bank uit dien hoofde reeds heeft, met de mindere of meerdere waar schijnlijkheid dat tot executie van den borgtocht van de plaatselijke bank zal moeten worden overgegaan en met de heele financieele positie van de plaatselijke bank.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 7