5034 de Balans en Verlies- enWinstrekening over 1938, die door Mr. P. Truyen als volgt worden toegelicht: Uit het verslag der werkzaamheden onzer Vennoot schap over het boekjaar 1938 blijkt, dat thans alle 4% pandbrieven zijn afgelost en dat op het einde van dat jaar uitstonden ruim 7,5 millioen pandbrieven van 3M% en ruim 4 ton pandbrieven van 3%. Deze lagere pandbriefrente stelde ons in staat, met ingang van 1 Juni 1938 de rente voor nieuwe hypotheken te bepalen op y>A%0 en met ingang van 1 Juli 1938 de rente voor de oude leeningen terug te brengen tot 4%. Het Bestuur heeft overwogen, of thans nog niet ver der zou kunnen worden gegaan en of ook niet voor de oude hypotheken de rente zou kunnen worden terug gebracht tot 3%%. Na rijp beraad evenwel, Mijne Hee- ren, heeft het Bestuur gemeend, dit thans niet te moe ten doen, omdat de toestand op de geldmarkt thans nog zoo onzeker is. Er is een kentering in den rentevoet merkbaar, die ons tot voorzichtigheid moet manen. Wat wij zullen kunnen doen zal bovendien voor een groot deel ook afhangen van de mogelijkheid om onze 3% pandbrieven te plaatsen. Maar in ieder geval blijft het Bestuur ter zake diligent en kunt U er van ver- zekeid zijn, dat het Bestuur trouw blijft aan zijn, reeds meermalen door mij te kennen gegeven voornemen om de voordeden van de daling van den rentevoet, voor zoover de omstandigheden dat toelaten, ook ten goede te doen komen aan degenen, die in het verleden gedwongen waren tegen een hoogere rente te contrac teeren. Onze hypotheken waren verdeeld over 1827 leenin gen. Daarvan waren er 1691 beneden de 10.000.— en 1355 zelfs beneden de 5.000.— waaruit blijkt, dat onze organisatie vooral den kleineren en middelbaren boeren ten goede komt. Ofschoon het totaal bedrag der leeningen in 1938 we gens de hoogere aflossing met ruim 2 ton afnam, is de vraag naar nieuwe hypotheken den laatsten tijd weer zeer toegenomen. Dit mag als een verheugend ver-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 6