5082 weldige deflatie in Nederland heeft kunnen handhaven, is wel een voldoende bewijs voor de kracht en het be staansrecht van dit bankwezen. Keynes heeft in een van zijn geschriften eens de uitspraak gedaan: „er is een soort deflatie, die geen enkele bank doorstaan kan"; het Nederlandsche bankwezen echter heeft dan toch in al zijn geledingen het bewijs geleverd, dat het een zeer groote deflatie weerstand kan bieden. Er zij hier echter onmiddellijk aan toegevoegd, dat het boerenleenbank wezen zeer grooten steun heeft ondervonden van de landbouwcrisiswetgeving. Het heeft echter tot 1933 ge duurd, voordat op alle gebieden van den landbouw steun werd verleend. Het boerenleenbankwezen in Nederland is dan ook enkele jaren blootgesteld geweest aan de zeer ongunstige gevolgen van de catastrophale prijsda ling in den Landbouw. Een onvoorzichtig geleid bankwezen zou zonder twij fel in een dergelijke periode groote verliezen hebben ge leden en met ineenstorting zijn bedreigd. De geschiede nis van het boerenleenbankwezen in België is daarvoor uiterst leerzaam. Afgezien echter van het in het alge meen voorzichtige beleid, ligt de kracht van het boeren leenbankwezen hier te lande ook in de gedifferentieerde structuur van den Nederlandschen Landbouw. Immers toen in de jaren 1929 en 1930 de toestand in den akker bouw reeds zeer ongunstig was, waren de prijzen van de zuivelproducten nog alleszins bevredigend. In dit opzicht is de Nederlandsche Landbouw niet te vergelijken met dien van verschillende andere landen. Bij een vergelijking en beoordeeling van het stelsel van de boerenleenbanken wordt dit verschil onvoldoende in het oog gehouden. De vraag kan inderdaad gesteld worden, of het boe renleenbankwezen zich had kunnen handhaven, indien maatregelen tot prijscorrectie in den Landbouw niet hadden plaats gevonden. Hoewel het moeilijk is zich in te denken, in welken toestand de Landbouw in dat ge val zou zijn gekomen, meenen wij, dat dit bankwezen waarschijnlijk ineengestort zou zijn, indien de prijzen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 54