5075 voor de Boerenleenbanken en die dan ook het volle vertrouwen verdient, dat hij geniet. En dan onze Di recteur, dr. Huysmans, die zijn groote gaven van geest en hart en zijn gedegen kennis en ondervinding in dienst heeft gesteld van ons landbouwcrediet. Zoolang wij zulk een Bestuur, zulk een Raad van Toezicht en zulk een Directie hebben, behoeven wij ons niet bezorgd te maken voor de toekomst, en wij hopen, dat de later openvallende plaatsen steeds door even waardige personen zullen worden aangevuld. Ten slotte nog een persoonlijk feit. Toen de vorige Algemeene Vergadering gehouden werd, lag ik in het Roermondsche Ziekenhuis en mijn levenskansen wa ren zeer gering. Men gaf mij nog slechts enkele uren. Maar met groote dankbaarheid mag ik constateeren, dat er zeer veel voor mij gebeden is en de kundige en liefderijke verzorging van dokters en liefdezusters heb ben het overige gedaan, zoodat ik op het oogenblik, ik mag wel zeggen: weer gezond in Uw midden sta. Zeer heeft mij getroffen een brief van een Uwer voorman nen, die mij met mijn genezing geluk wenschte en er bij voegde: „Ik ben overtuigd, dat het eenvoudige ge bed van onze eenvoudige boeren en tuinders U er door gehaald heeft". U begrijpt dan ook, hoe dankbaar ik U allen daarvoor ben. Moge onze Centrale Boerenleenbank en het geheele landbouwcredietwezen tot in de verre toekomst de mooie roeping vervullen, die zij in het verleden ver vuld hebben. Dat geve de goede God. De heer A. N. Fleskens, Voorzitter van het Bestuur: Ik geef thans het woord aan dr. Huysmans voor een „persoonlijk feit". De heer Dr. G. W. M. Huysmans, Eerste Directeur der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank: Mijnheer de Voorzitter! Geachte Vergadering! Het is mij een plicht om van deze plaats een woord van eerbiedigen dank te spreken aan H. M. de Koningin, die het heeft behaagd mij deze hooge onderscheiding ten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 47