5073
het heden op de eerste plaats hulde en dank te brengen
aan den grooten God en daarom is deze dag begonnen
met een plechtige Mis van dankzegging. Maar God
heeft menschen noodig om Zijn Wil op aarde ten uit
voer te brengen. De dichter noemt de menschen de
scheppers onder God. En dan gaan mijn gedachten te
rug naar het begin onzer Boerenleenbanken, toen tien
tallen goedwillende en vooruitziende mannen samen
werkten om aan onze boeren en tuinders betere toe
standen te brengen, waartoe een goed georganiseerd
landbouwcrediet noodzakelijk was.
Gelijk bij iedere onderneming moesten enkelen de lei
ding nemen en met jeugdig enthousiasme de propaganda
voeren. En dan gaan aan mijn geest voorbij mannen
als Vincent van den Heuvel, die met onbuigbare wils
kracht het eens begonnen werk doorzetten, ondanks
tegenwerking, ja, soms spot van mannen uit zijn eigen
kring; mannen als de stoere boerenapostel Pater van
den Eisen, die zich geen rust gunde; mannen als de
fijnzinnige en voorzichtige Jan Truyen, die nu nog in
zijn zoon bij onze Bank voortleeft; mannen als de te
vroeg gestorven Antoon Bolsius; mannen als Jan Berk-
vens, die met zijn behulpzaamheid en goed gemeend
enthousiasme de menschen wist te begeesteren; man
nen als kapelaan Souren, de huidige Deken van Weert,
een vurige ijveraar voor de boerenzaak, maar die reeds
vroeg door zijn Bisschop bestemd werd voor een ande
re taak, en wel om de eerste Aalmoezenier van den
Arbeid in Limburg te zijn; ik denk aan zoovele andere
mannen, de heer Deckers en anderen, die voortleven in
de liefde onzer boerenbevolking. Aan hen allen hulde
en dank op dit herdenkingsfeest.
Maar niet minder hulde aan de leden onzer eerste
Boerenleenbanken. Het was geen kleinigheid om met
zijn geheele vermogen aansprakelijk te blijven voor de
verplichtingen eener bank, die als spaarbank geld zou
ontvangen en als leenbank geld uitleenen. En alleen een
beroep op de Christelijke Liefde was in staat om zulk
een schoone daad te doen stellen, want men wist, dat