5069
bedoeling erbij, dat ik dan ook verzekerd mag zijn, dat
hij in zijn persoon en zijn werk nog lang een sieraad zal
zijn voor onze Eindhovensche gemeenschap.
Het spreekt wel vanzelf, dat ik als Burgemeester van
Eindhoven, waar de Centrale Boerenleenbank zetelt en
dus haar hart het voelbaarst klopt, het hoogelijk waar
deer, op dezen dag de hulde te mogen aanbieden van
Stadsbestuur en Stadsbevolking. Die hulde geldt in de
eerste plaats de Instelling zelf, die veertig jaren lang
een Centrale is geweest van weloverwogen beleid, van
goed gefundeerden steun en van in alle moeilijke om
standigheden onoverwinnelijk gebleken en dus ook
kerngezonde kracht. Daarom richt mijn woord van
hulde zich ook gaarne tot de voortrekkers en leiders,
die aan het werk van deze Instelling hun persoon en
hun arbeid hebben gegeven, maar niet minder zou ik
in die hulde willen laten deelen hen, die van dit werk,
zoo men wil, de oorzaak, het doel en het middel tegelijk
zijn: de boeren en tuinders van Nederland, speciaal
van Brabant en Limburg.
De boeren hebben dat verdiend. Zeker, ook omdat
zij de eigenlijke dragers en schragers zijn van die on
volprezen Instelling, maar meer nog, omdat zij de dra
gers zijn van een traditie, en ik zou haast zeggen van
een conservatisme, waarin de stille krachten schuilen,
die den moeizamen opbouw en de ontzagwekkende
ontwikkeling van die Instelling hebben mogelijk ge
maakt.
Ook de Gemeente Eindhoven heeft gelukkig, on
danks haar wel zeer sterke ontwikkeling in industri-
eele richting, nog een eerbiedwaardige boerenbevolking:
eerbiedwaardig: kwantitatief in hare meer dan 300
aangeslotenen bij onze boerenorganisaties;
eerbiedwaardig: kwalitatief, omdat onze boeren hier,
evenals hun vakgenooten elders, trouwe dragers blijken
te zijn van de hoogste cultuurwaarden, die juist bij
voorkeur in de traditie en in weloverwogen conserva
tisme plegen te wortelen. Ik denk hierbij aan den boe-
reneenvoud in levenshouding, aan hun onverzettelijk