5068 is: zij hebben bij die noodzakelijke zorg voor het tijde lijke, het geestelijke doen vooropgaan. Daarom is het een ware emancipatie geworden, een groote opbloei van de volkskracht. Daarvoor moeten wij ook U hier in Noord-Brabant dankbaar zijn, want wij weten, wat dit alles voor de Brabantsche bevolking beteekent. Brabant zelf is in die veertig jaren, door alle zware tijdsomstandigheden en door alle crisis heen, ook sterk vooruit gegaan. Veel meer dan verdubbeld is de bevolking en de achterstand, die veertig jaren ge leden in deze Provincie nog te constateeren viel, een achterstand, aan historische oorzaken te wijten, is ingehaald of wordt ingehaald en dat is alleen mo gelijk geweest omdat aan de kern der Brabantsche bevolking, de landbouwende bevolking van het platte land, door zijn organisatie een nieuwe veerkracht, een nieuw weerstandsvermogen en ook nieuwe toekomst- idealen zijn gegeven. Daarvoor wil ik U uitdrukkelijk en plechtig den dank van geheel Brabant op dezen plechtigen en schoonen dag brengen. Onze beste wen- schen vergezellen U ook verder en wij zijn er van over tuigd, dat onder de ervaren en beproefde leiding, die U hebt weten te kiezen, U de gestelde en in de toe komst nog te stellen doeleinden alle zult weten te be reiken met Gods onmisbare hulp. De heer A. N. Fleskens, Voorzitter van het Bestuur: Thans is het woord aan den Burgemeester van Eind hoven. De heer A. Verdijk, Burgemeester der gemeente Eindhoven: Mijnheer de Voorzitter! Mijne Heeren! Laat ik be ginnen met mijn stadgenoot, den heer dr. Huysmans, mijn burgervaderüjke gelukwenschen aan te bieden naar aanleiding van de hem ten deel gevallen hooge Koninklijke Onderscheiding. Ik spreek daarbij den wensch uit, die al door anderen vóór mij is uitgesproken dat zij hem nog lang moge sieren, maar met de bij-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 40