5062 had ontvangen. Het verheugt ons, dat Berkvens' naam bij de Bank voortleeft in een van haar plichtsgetrouwe ambtenaren en voortleven blijft ook zijn geest van waakzame liefde daar, in de Directiekamer, van waaruit de huidige Directeuren, in jeugdige kracht, met be kwaamheid en beleid, de dagelijksche leiding voeren over de machtige Centrale credietinstelling onzer boeren. Geachte Vergadering, ik zeide het, acht van de negen voormannen van 1898 zijn niet meer. Doch één dier wegbereiders van het eerste uur, lid van den eersten Raad van Toezicht en eersten Inspecteur, hebben wij nog in ons midden. Wij bezitten hem nog met heel zijn waardevolle ervaring der leerrijke aanvangsjaren; en als de boerenleenbank-familie bijeenkomt, gelijk vandaag, begroet zij zoo gaarne, met groote hartelijkheid, als een van haar meest geëerde leden, den Hoogeerwaarden Heer Deken Souren. Wij weten het, Hooggeachte Heer Souren, al hebt gij ook na Uw pionierswerk op het Limburgsche platteland, jarenlang gearbeid in stede lijke sfeer, Uw boeren en Uw boerenleenbanken hebt Gij nooit vergeten en het moet U een vreugde zijn te kunnen vaststellen, dat de instelling, welke Gij, vooruit ziende, mede hebt gesticht, onder Gods Zegen is ge groeid tot het indrukwekkende millioenen-instituut van 1939. Want dat is het. Wij zeggen het zonder ons er op te verheffen en worden niet overmoedig. Maar wij klop pen dat woord niet af, zooals tegenwoordig meer en meer gebruikelijk wordt. Eenvoudige boeren zijn niet geleerd genoeg om die hocus pocus te begrijpen. Zij kloppen niet af. Na gejuicht te hebben over de groot heid van hun instelling, zeggen zij, met een dankbaar hart: God zij dank! 't Is goed gegaan met onze Boerenleenbanken. 75.000 leden; 180 millioen in beheer aan spaargelden en in loo- pende rekening; 60 millioen uitstaande onder de leden, 't Is goed gegaan, ondanks alle sombere voorspellingen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 34