hen in de eendracht de macht was gelegen. Later zette
van Hoek zijn werk voort op grooter schaal, voor
heel den vaderlandschen boerenstand. En met blijd
schap volgden wij hier zijn schoone loopbaan: Rijks-
landbouwleeraar, Inspecteur, Directeur-Generaal, Eere
doctor van onze Landbouwhoogeschool, en dat alles
door eigen verdiensten. Zooals Eindhoven, de zetel
van Uw Centrale, zijn Raiffeisenstraat heeft, moest
menig Noordbrabantsch dorp van Hoek, maar niet min
der ook zich zelf, met een van Hoekstraat eeren.
Meer en meer, in Noordbrabant, Limburg en Gelder
land vooral, had de overtuiging veld gewonnen, dat het
karakter der tot dusver bekende landbouwvereenigin-
gen moest worden veranderd. Veel meer dan tot nu toe
geschiedde moesten de boeren zelf er in worden betrok
ken. De „Bauernvereine" van het Rijnland en de Boeren
bonden van België golden als voorbeeld. Wat daar
mogelijk was moest de omstandigheden liepen niet
veel uiteen ook in Nederland bereikbaar zijn. De
tijd was rijp. Het wachten was slechts op het initiatief.
Einde 1895 werd het genomen, Ridder de van der Schue-
ren, voorzitter van de afdeeling Zevenaar der Gel-
dersch-Overijsselsche Maatschappij van Landbouw, gaf
den klaroenstoot. Van alle zijden toog men op 31 Ja
nuari 1896 naar de Arnhemsche vergadering, waar tot
oprichting van den Nederlandschen Boerenbond werd
besloten. Van der Schueren zelf, bijgestaan door Pau
wen en Pruis, zouden de statuten ontwerpen, en reeds
na een half jaar werd hun ontwerp, na ampele bespre
king en nadat Dr. Schaepman en Jan Truyen, Limburgs
Boerenkoning, de laatste moeilijkheden hadden over
wonnen, door de vergadering goedgekeurd. De Neder-
landsche Boerenbond was gesticht, de bond van boeren,
voor de boeren werkend en fier voorop de beginselver
klaring: Wij erkennen God, huisgezin en eigendom in
christelijken zin als de grondslagen der maatschappij.
Vlot werden op tal van dorpen plaatselijke boeren
bonden opgericht en op hun vergaderingen kwamen de
5058