5048 zelf te worden zou een verlies van vrijheid der banken en van de aangeslotenen daarvan het gevolg zijn ge weest, met het resultaat, dat ze in levenskracht zouden hebben ingeboet, dat het verantwoordelijkheidsbesef der plaatselijke instellingen zou zijn verschrompeld en de schoone gedachte van: allen voor één en één voor allen, zou zijn uitgehold. Gelukkig is de geschiedenis daar om te bewijzen, dat de Centrale steeds een dienende functie vervuld heeft door het oefenen van controle, het opvoeden tot een richtig beheer, het geven van leiding tot steeds beter begrepen zelfstandigheid. Van den beginne af heeft de Overheid de groote be- teekenis hiervan begrepen cn toen de organisatie nog niet zoodanigen omvang en kracht had, dat ze deze lei ding zelf geheel kon bekostigen, is het om deze reden geweest, dat het Rijk gedurende eenigen tijd financi- eelen bijstand verleende. Die tijd is voorbij en we mogen dankbaar constateeren, dat de verwachting, die de Regeering koesterde van Haar jongen pupil, geheel in vervulling is gegaan. En zoo moge ik dan, mijne Heeren, dit alles overzien de met groote dankbaarheid er van getuigen, dat de be oefening der naastenliefde en de opvoeding tot zelf werkzaamheid de beide grondstellingen van den grooten Raiffeisen ook in ons land tot grooten zegen zijn geweest voor onzen boerenstand. Het bewijs is geleverd, dat deze stand tot groote dingen in staat is, wanneer slechts duidelijk is ge bleken, wat moet worden bereikt en welke weg moet worden gevolgd. Dit geeft mij hoop voor de toekomst, want op de medewerking van dien stand aan de oplossing van de tallooze problemen, waarvoor onze tijd ons plaatst, zal nog menigmaal een beroep moeten worden gedaan. Ik eindig dan, mijnheer de Voorzitter, met het aan bieden van mijn gelukwenschen bij dit schoone jubi leum en bidt Uwe organisatie ook voor de komende jaren Gods onmisbaren zegen toe.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 20