5046 Wanneer ik dat zoo zie, mijne Heeren, heb ik bewon dering voor hetgeen langs dezen weg organisatorisch is opgebouwd, of beter, voor wat zoo op natuurlijke wijze is gegroeid. In de derde plaats wijs ik op de groote durf, die men toonde te bezitten door deze groote crediet-organisatie op te zetten zonder het toen reeds krachtig ontwikkel de bankwezen als model te nemen. Het lijkt thans zeer normaal. Maar bij nader inzien moet men het toch als een uiting van groote visie be schouwen en als een bewijs er voor, dat men in die visie geloofde. Want wat toch geleek logischer dan als voorbeeld voor den opbouw gebruik te maken van het geen door andere, succesvolle groote financiëele instel lingen reeds opgebouwd was? Maar zeer terecht wijst Dr. Huysmans er in Uw Ge denkboek op, dat het particuliere bankwezen uit den aard van zijn karakter, gezien zijn organisatie en de afkomst der middelen, waarover het beschikte, niet in staat was de zorg voor het landbouwbedrijfscrediet op zich te nemen. Het sterk gedecentraliseerde apparaat van crediet- toezicht der boerenleenbanken, naar evenredigheid uit gebouwd, werkt niet bureaucratisch en duur, het kan voldoende rekening houden met het persoonlijk element bij de beoordeeling der credietwaardigheid, de gezins omstandigheden van den credietvrager kunnen daarbij in rekening worden gebracht, terwijl ten slotte in heel dat systeem groote bevoegdheden gelaten kunnen wor den aan de plaatselijke banken. Welnu, de durf, een geheel nieuwe weg te banen, heeft geleid tot een wijd uitzicht op een vruchtbare onafzienbare vlakte. Zoo zou ik door kunnen gaan, want van welke zijde men het verschijnsel der Raiffeisenbeweging ook be ziet, steeds is ze even interessant, omdat ze gefundeerd is in het volle, rijke leven der boerenbevolking zelve, die zoo nauw met de natuur verbonden leeft.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1939 | | pagina 18